dinsdag 18 november 2008

Vale un Potosí

Sommige mensen werken om te leven, andere leven om te werken. In de mijnen van Potosí beginnen de jongens al op hun vijftiende met werken. Ze werken dan nog buiten, om de vrouwen te helpen met het sorteren van de stenen. Zwaar, stoffig werk. Als ze zeventien zijn, gaan ze de mijnen in: smalle gangetjes, koud of juist heel heet, in de modder of de stofwolken, te laag om te staan, te donker om goed te kunnen zien. Tien uur per dag hakken ze met pikhouwelen de mineralen uit, laden die met scheppen in zakken of trekken de ijzeren mijnkarretjes over de slechte railtjes. Een iemand trekt aan de voorkant een smerig touw, twee anderen duwen rennend het karretje voort, over een spoortje dat zo smal is dat je er in je eentje al met moeite over kan lopen. Soms ontspoord het loodzware karretje en moet het met de hand weer op de rails worden gehesen.

Als de jongens geluk hebben, halen ze de dertig en kunnen ze een hogere functie in de coöperatie krijgen – zodat ze niet elke dag meer onder de grond hoeven. In dat geval halen ze misschien de veertig, of zelfs de vijfenveertig.

Waarom was ik ook alweer naar Potosí gegaan? Omdat ik vierhonderd jaar geschiedenis wilde zien, omdat ik wel eens wilde meemaken waar Piet Heins zilver eigenlijk vandaan kwam - in Spanje schijnen ze zelfs te zeggen 'het is een Potosí waard' om iets heel duurs te beschrijven. Maar ook omdat ik wel weer genoeg had van Camargo. Het dagenlang tegen een onbeklimbare rotswand aanstaren, met niemand die me laat zien waar het pad loopt. Niemand die zijn afspraken nakomt; niemand met wie ik écht kan praten. In het Spaans kan ik misschien praten, in het Engels zelfs denken, maar voelen doe ik toch in het Nederlands.

In Potosí, op vijf uur afstand van Camargo, stap je de kou in als je uit de kroeg komt, als op een Nederlandse lenteavond. Een goed Portugees biefstuk eten met wat vriendelijke Duitsers en een lekkere Italiaanse capuccino drinken in een sfeervol cafeetje, blijkt alles al snel weer in perspectief te plaatsen. Want wat heb ik eigenlijk te klagen, in een stad waar mensen werken om te sterven?

5 opmerkingen:

Snooch zei

Leuke detail, de link met HongKong

Riekel zei

Je mooiste stuk tot nu toe. Een 10!

Anoniem zei

Yo man,

je bent wereldberoemd!!
In Wageningen althans, je staat nl. in de Resource.

Anoniem zei

Jep, leuk stuk Pooch. De link staat hieronder. Vooral de laatste zin is erg leuk ;)
Succes nog daar en tot over een paar weken.

http://www.resource-online.nl/student.php?r=1&id=2642

Riekel zei

Wist je trouwens dat Potosí in de nieuwe James Bond voorkomt. Kijken dus! Voor de rest was ik niet heel erg te spreken over de film. Erg vreemd dat alle mensen in Bolivia vloeiend Duits spreken...