vrijdag 29 augustus 2008

Identidad cultural

Gevoelens zijn heel persoonlijk. Een kapsel of kledingstijl, dat is cultuur. Maar gevoelens, die zijn van jezelf. Net als smaak. Ik lust bijvoorbeeld geen paprika. Echt Pooch.

In de bus naar La Paz ging mijn buurvrouw uitgebreid tegen mij aan zitten. Over mijn helft! Daar had ik ook bepaalde gevoelens bij. (En ze kwam niet uit Santa Cruz). Dat vond ik dus echt vervelend. Terwijl, als ik een Boliviaan geweest was het me niet eens was opgevallen.

Onder eigen volk klopt alles. De een is gewoon wat aanrakeriger dan de ander, de een lust spruiten, de ander niet. Maar als je dan in het oerwoud een heel dorp ziet smullen van de aguaje, een soort zuur fruit waar elke Nederlander van zou walgen, dan wordt het toch anders. Dan blijkt langzaam alles een cultuurverschil te kunnen zijn. Muzieksmaak, kledingstijl, kapsels, kitschtolerantie, bijgeloof, woedeuitbarstingen, gastvrijheid, beeldenverering.

Een reclamesticker adviseerde ons: “Don’t be a gringo! Be a local!”. Nog afgezien van de bizarre paradox dat dit in het Engels was geschreven, zou dat dus een behoorlijk ingrijpende en onmogelijke gebeurtenis zijn. Zonet zat ik bijvoorbeeld in een eetlokaaltje hier om de hoek een gefrituurde schapenbout weg te kauwen, met op de achtergrond de zoveelste Zuid-Amerikaanse pulppophit. Daar geniet ik heus wel van, maar op een bepaalde manier. Heel anders dan wanneer ik in mijn Woeste Hoeve mijn Gulpener zit te sappen terwijl mijn Rebellion er in knalt.

Om echt een local te zijn zou ik me tegen mijn smaak moeten kleden, ander haar hebben en een andere huid en andere kinderliedjes moeten kennen. En niets moeten weten van Naam&Feit, Estlandletlandlitouwen of Jozuarichterenruth. En ik kan me inmiddels wel verstaanbaar maken in het Spaans, maar ik zal nooit alle accentjes en lokale uitdrukkingen beheersen. Desgraciadamente.

Dus geef ik het maar op adviezen te volgen van stickers op ramen van Boliviaanse grenskantoortjes. En zit ik kauwgomkauwend in de bus, mp3 in m’n oren, al schrijvend en foto’s makend met meer boeken in m’n tas dan een Boliviaan in z’n kast. Ik blijf gewoon Nederlander.

donderdag 28 augustus 2008

de bus

Tien uur werd Snooch woest van Pooch weg gerukt. Met de taxi naar de bushalte. Bij de bushalte ontmoette Snooch haar eerste vriend, een exemplaar uit Chili mijn ´backpackdrager´ en ´colaschenker´. Geen moment meer hoefde Snooch haar backpack te dragen.
Aangekomen in de bus was Snooch het middelpunt van de aandacht. Een gringo, een vrouw en alleen. Iedereen wilde met haar praten en met haar op de foto. Iedereen wilde Snooch´ e-mail adres en telefoonnummer.
Een man uit Equador kwam Snooch om de haverklap geschenkjes aanbieden zoals als een hoesje voor mijn paspoort, een pen, en een pakje zakdoekjes. Bananenchipjes, en een pasfoto.
Nu is Snooch in Lima, alleen, wachtend tot het 24 uur later is en ze haar bagage in kan checken.

woensdag 27 augustus 2008

Gieren en verdriet

Gisteren cirkelden de gieren al boven het busstation van TurBus, klaar om zich als eerste te storten op het lijk van Benny´s aanwezigheid. Nadat hij – tussen de slootjes zoute surfsnot die uit zijn neus dropen door – met een gracieus gebaar een piña (ananas) had overhandigt aan onze gastvrouw, bracht een taxi ons naar het busstation en enkele seconden, snikken en zoenen later was hij verdwenen, richting Santiago. Voor Snooch een afscheid voor even, voor Pooch een afscheid voor maanden. En een oefening voor de dag erna.

Want vandaag veranderde er in de wereld van de realiteit wat zelfs zijn doorwerking zal hebben op snoochnpooch.blogspot.com. Snooch en Pooch werden abrupt van elkaar losgescheurd. De bus naar Lima zou vertrekken om twaalf uur, maar we moesten om tien uur al aanwezig zijn bij het kantoortje van Ormeño, de busmaatschappij. Inmiddels enigszins ingeburgerd in het Continent de Esperar waren we al voorbereid op twee of drie lange uren van afscheidswoorden en dito tranen.

Maar Snooch moest meteen haar backpack afstaan aan de achterbak van een taxi. Vervolgens bleek dat ze zelf ook in die taxi moest stappen. Pooch was vastbesloten om mee te gaan, maar het bleek dat de bushalte waar de taxi heen zou rijden een uur verderop was. Dus was daar ineens het Ware Moment van Afscheid.

Nu ziet Pooch nergens gieren meer. Die zijn te druk met het pikken van in de afgestorven aanwezigheden om hem heen. Om voorlopig alleen herinneringen en telefoongesprekken achter te laten.

zondag 24 augustus 2008

Gastcolumn

Deze gastcolumn is geschreven door chilleninchile.web-log.nl en tot stand gekomen in totale onafhankelijkheid van Snooch en Pooch en hun gastcolumn op chilleninchile.web-log.nl.

Wat begon als een matig tot slechte grap aan de borreltafel, werd langzaam een goede grap en is op dit moment zelfs onder ons werkelijkheid geworden. De Boliviaanse verkiezingsopwinding dreef ons en onze afspraak naar Iquique: Snooch & Pooch zijn in Chile! Het ging ze natuurlijk om het extra stempeltje in het paspoort, maar onverwacht kregen ze er een cultuurschok bij kado. Er zijn stoplichten voor voetgangers, er zijn verharde wegen, en de collectivo´s rijden ook als ze nog niet helemaal volgestouwd zitten. Ook schijnen de Chilenen een dikker hoofd te hebben…

We begroeten elkaar met drie volle Hollandse zoenen, en Pooch stelt zich geroutineerd voor als Leonardo, en Snooch maakt zich dapper verstaanbaar met gebaren en een lieve lach. Als we de stad in gaan staan ze verbaasd van de ruime keus in de winkels, en Pooch is helemaal in zijn sas met de kauwgombal die hij uit een automaat weet te halen. Lopend langs een kapper, worden we door modellen met hele mooie kapsels naar binnengelokt, en we wijzen alledrie vol verwachting naar zo´n plaatje. Het blijkt een valstrik te zijn, en we komen er veel korter uit dan gepland. Het geheel wordt nog eens na besproken onder het genot van een Jugo Natural.

Het is leuker om samen te schelden dan alleen. Zo konden we ons gezamenlijk opwinden over de horrorbus, die ons van Iquique naar Calama bracht. Ze presteerden het om om vier uur ´s nachts SAW III aan te zetten, met het geluid heel hard aan. Horizon verbredend. Maar dit zorgt wel voor dit verhaal, en het bracht ons richting San Pedro de Atacama, een toeristisch maar autentiek ogend dorpje in de woestijn. Daar begon het doel van onze tocht.

Uyuni, Bolivia. We zijn allemaal verrast dat de woestijn zo divers is. Dieren, planten en gesteenten, in bijna alle kleuren die er bestaan. De theorieen over het ontstaan van de landschappen varieren van poepende zeekoeien, tot ontploffende vulkanen. De woorden ´bizar´ en ´geweldig´ wisselen elkaar af, bijvoorbeeld als we tussen de koraalresten lopen op 4500 meter hoogte, of als we aan de voet staan van een duizend jaar oude cactus op een eiland in de zoutwoestijn, of als we felrose flamingo´s zien op een bevroren zoutmeertje. Wees gerust, het geheel is tot in de details op de gevoelige pixels ´gevat´ door twee bijna identieke camera´s, soms tot ergernis van Snooch.

En nu nadert het uur van afscheid. We weten allemaal niet hoe het moet, dus we hebben ons voorgenomen om het te houden bij de gebruikelijke en voor de hand liggende woordgrapjes en goede raden. Snooch, goede reis! Pooch, succes in Bolivia!

vrijdag 15 augustus 2008

Bijna vol

Hoeveel mensen passen er in een station wagon? Twee voorin, twee, met een beetje proppen drie achterin? Misschien nog iemand in de kofferbak, dus laten we zeggen zes in totaal. En in een minibus? Dat zijn toch van die busjes die je nog met je B-rijbewijs mag besturen omdat er maximaal negen mensen in kunnen? Hmm...

Vandaag vonden we het echte antwoord, op de terugweg van onze archeologische expiditie. Een kilometer of 25 van onze verblijfplaats Puno waren we op een tafelberg-schiereiland geweest waar de Incas en hun voorgangers hun belangrijke doden begroeven in metershoge torens. Nu zijn de enige levenden daar toeristen, vicuñas, cavia´s (lekker!) en chinchilla´s.

We gingen terug met de collectivo, is een station-wagon taxi die weg gaat als hij vol zit. En voordat een station wagon vol zit in Peru, dat kan wel even duren. Toen uiteindelijk de begraafplaats zijn poorten sloot, pakten de souvenirverkoopsters hun handelswaar in hun kleurige draagdoeken en kwam de collectivo snel vol. Bijna vol. Voorin zaten de chauffeur, een vrouw met koopwaar en een kind op schoot, het andere kind op de versnellingspook. Eén rij daar achter zaten Snooch en Pooch, met daarnaast een vrouw die het niet kon laten ons al haar verschillende mutsen aan te prijzen, alleen pauzerend als ze haar baby moest verschonen. In de kofferbak zaten drie vrouwen met een onbepaald aantal kinderen en gevulde draagdoeken. Bijna vol.

Als we ergens bij een huis stoppen, komt er een man naar buiten die uit een jerrycan benzine in de tank gooit. O, dat was een tankstation! Tegelijkertijd probeert de zesde vrouw de chauffeur te overtuigen dat er nog wel plek voor haar is. Met de overtollige draagdoeken bij ons op schoot en de vrouw als vierde in de kofferbak maakt dat negen volwassenen, twee kinderen en twee baby´s. En dan nog al die dieren.

Na een half uur zijn we er. Dat wil zeggen, op het kruispunt. Daar stapt iedereen uit en probeert vrachtwagens, auto´s en busjes aan te houden om ze verder op weg te helpen. Wij en Maria de Mutsenverkoopster moeten als enigen naar Puno en voor ons staat gelukkig al een minibusje klaar. Al snel zitten we daar met z´n veertienen in (exclusief kinderen), wat naar ons idee wel vol is. Toch blijkt er nog wel iemand bij te passen, een fietser die z´n fiets maar op alle aardappelzakken op het dak bindt.

Dan verloopt de rest van de reis ongeveer zo: links tegen Pooch aangeplet zit Maria de Mutsenverkoopster, tegenover haar Snooch die het zelfs in deze setting presteert in te dommelen. Tegenover Pooch een oud omaatje die hem een onverstaanbare toelichting verschaft op de gebeurtenissen in een mengeling van Spaans, Quechua en Aymara. Tegen Pooch´ rechterknie zit een jongetje van twee die in een fantastisch oncomfortabele houding weet in slaap te vallen, zoals alleen Peruaanse kinderen kunnen. Naast het omaatje zit de moeder van het kind, die de baby in haar draagdoek ondertussen de borst geeft. Voor ons zitten dan de chauffeur en twee bijrijders op één stoel. Achter ons de rest: vrouwen, mannen, kinderen, jerrycans, rottend vlees, een opaatjes met drie tanden waarvan twee vullingen.

Als het Pooch lukt uit het raam te kijken ziet hij de volle maan op Lago Titicaca schijnen, achter de grote rietvelden. Pooch heeft zich volgens hem nog nooit zo gelukkig gevoeld. Per vierkante meter.

zaterdag 9 augustus 2008

Salkantay

Salkantay Mountain. Dat was vijf dagen lang voor ons het belangrijkste orientatiepunt. Steeds verscheen de witbesneeuwde bergtop weer op ons netvlies. Zelfs bij de het maken van de foto´s kreeg hij een plaatsje. Uno dos y trés, say Salkantay!
Het was een vermoeiende en fantastische ervaring, waarbij we elke dag door een totaal ander landschap liepen. De eerste dag begon om 11 uur de avond ervoor toen Snooch wakker schrok met het idee dat het vier uur was en ze op moest staan. Dit herhaalde zich ongeveer ieder uur, en om vijf voor vier stormde ze haar bed uit omdat ze het niet meer kon houden.

Een uur later (en daarmee ook een uur te laat) kwam het Salkantay busje ons ophalen. Het was een zware dag, we klommen in een dag zo´n duizend meter en namen allerlei ´shortcuts´ hele stijle moeilijk beklimbare stukjes. Maar ook een prachtige dag, aan het eind ervan was het ijskoud en kampeerden we met uitzicht op Montaña Salkantay.

De om vijf uur de volgende ochtend wekten de koks ons met een kop cocathee, die we kleumend en half slapend in onze slaapzak opdronken. Opgepept wandelden we in drie uurtjes naar de pas van Salkantay, 4600m boven NLP, waar de locals stenen mee naar toe nemen om daar op te stapelen om Apu Salkantay (de berggeest) eer te bewijzen. Een adembenemende ervaring, astmatisch haast.

Van daar liepen we in één spectaculaire afdaling van de sneeuw naar de selva. Terwijl de ijspegels nog uit ons haar smolten, wervelden om ons heen de vlinders, de orchideeen en de watervallen. De volgende dag daalden we tot het niveau waar ploeterboertjes op bizarre steiltes mais, bananen en koffie verbouwden. ´s Middags konden we het zweet van ons af spoelen in een hete bron.

De vierde dag hadden we Salkantay definitief achter ons gelaten en werd Machu Picchu ons nieuwe doel, een eindeloze wandeling over het spoor. Terwijl we bij elke biels in een vollediger trans raakten, kwamen we steeds dieper in een ontoegankelijk landschap van bizar stijle rotswanden en regenwouden. Maar uiteindelijk kwamen we in Aguas Calientes, de plaats waar iedereen langs komt die Machu Picchu gaat bezoeken. Daar brachten we onze nacht door in een hostel met een heet pisstraaltje.

Vier uur de volgende dag klom Pooch uit zijn bed om de tocht naar Machu Picchu te ondernemen, anderhalf uur traplopen door het donker en de stromende regen. Snooch was hier niet meer toe in staat. Toen ze om 8.30 uitgerust en wel met de bus aankwam in Machu Picchu was Snooch haar oververmoeidheid dankbaar en Pooch jaloers. De regen had onze groep lamgeslagen en totaal uitgeput. De vijfde dag lopen was en drama geweest. En zelfs de prachtige mistige foto´s van het verlaten Machu Picchu waren het niet waard geweest. Na de jaloerse blikken verwerkt te hebben begonnen (vervolgden) we onze tocht door Machu Picchu (de oude Incastad voor hoogwaardigheidsbekleders), een gigantisch ruïnecomplex, hoog boven de mist en het gewone volk.