dinsdag 19 oktober 2010

Terug naar normaal

We zijn weer terug, het meemaken van bizarre dingen is weer voorbij. Want in Nederland gebeurd nooit iets raars. Of wel? Op verzoek van Martijn nog een kleine toegift.

Rotterdam. Een oude vrouw probeert haar rollator in de tram te krijgen. Een jonge vrouw is behulpzaam en blijkt geweld daarbij niet te schuwen. De tramconductrice, niet jong, niet oud, gaat er ook maar even heen om te kijken of het allemaal goed gaat. De jonge vrouw ziet haar eenzame heldendom gelijk in gevaar gebracht, maar doet nog een poging de conductrice tot medeheld te maken.
“Kan je effe helpen?”
“Nee, ik heb last van me arm”
“Jij werkt hier toch? Kankerwijf!”
“Je ben zelf een kankerwijf!”
“Ga dan aan de kant, kutwijf!” De jonge vrouw geeft de conductrice een flinke duw.
“Nou gaan we niet meppen hè?” De conductrice geeft een lekkere beuk terug. “Jij komt hier dus echt niet binnen hè!”
Ondertussen ziet de jonge heldin nog kans om de oude met rollator naar binnen te werken en vloekend de tram weer uit te lopen. De conductrice kan haar nog net wat afscheidwoorden na roepen. “Je hebt zeker geen hersens in je hersenpannetje?!” En dan, tegen niemand in het bijzonder eigenlijk: “Zo, die zien we nooit meer terug in de tram.”

Maar over het algemeen zijn Nederlanders heel vriendelijk en behulpzaam, hoor. Van Zeeuws Vlaanderen naar Utrecht is er maar één snelle en klimaatvriendelijke vorm van vervoer: liften. Onze derde lift kregen we van een kerel in een veel te grote, kanariegele Chevrolet ’73 pickup die hij ergens in Nevada op de kop had getikt. De bestuurder: Zita Swoonkapsel, All Stars (ook uit 1973?) met gele veters en een geel spijkerjasje. Wat hij deed: wonen, in Breda. En verder niet zoveel. Een beetje lanterfanten. Oja, en twee nachten per week in een daklozenopvang werken in Rotterdam. Een tijdje terug werkte hij bij de Pauluskerk, “als enige ongelovige.” De Pauluskerk werd tot drie jaar geleden gerunt door dominee Hans Visser, die zo’n beetje alles deed wat Jezus, als hij in Rotterdam had gewoond, wellicht ook zou hebben gedaan: de kerk openzetten en al het uitschot van de samenleving verwelkomen. Binnen een paar jaar was de helft van de leden weg, maar was de kerk wel altijd vol. En er gebeurden natuurlijk altijd de meest krankzinnige dingen in die kerk.

Zo was er een man die in een auto woonde die voor de deur van die kerk geparkeerd stond. Even gek als rijk. Op een dag zag dominee Visser dat die man een bekeuring kreeg, omdat hij daar niet zomaar in zijn auto mocht wonen. Vijftig gulden.
“Krijg je vaak zo’n bekeuring?”
“Elke dag. Maakt mij het uit, ik heb toch geld zat.”
Visser had genoeg zakeninstinct om de kans te zien. “Waarom kom je niet in onze kerk wonen, dan geef je die vijftig gulden per dag aan ons. Dat kunnen we goed gebruiken.”
“Nee, daar zie ik niet zoveel in. Ik woon graag in mijn auto.” Maar voor dominee Visser sloot het een het ander natuurlijk niet uit. Dus de auto werd de kerk ingereden en een beetje achterin geparkeerd. Zodat ze er tijdens de diensten niet teveel last van hadden.

Op het oog lijkt dit zorgvuldig schoongepoetste landje waar over elke stoeptegel is nagedacht door iemand (met HBO- of WO- denkniveau (M/V), bij voorkeur minstens twee jaar werkervaring, vaardigheden: is een pre), soms misschien meer op een enorm bejaardentehuis of een pretpark zonder attracties dan op een serieuze staat, maar stiekem is het toch wel vrij gestoord.

woensdag 13 oktober 2010

Terug

Lieve lezers! We zijn weer thuis. Een wervelwind van belastingvrije parfum, kerosine, en vliegtuigkoffie wapperde twee dagen lang langs de rokjes van de knappe spleetogige stewardessen en bracht ons naar steden met steeds minder exotisch wordende namen. Mooi spelletje. Vliegtuig in, vliegtuig uit, slapen, wakker worden: hé het is donker, slapen, weer wakker: hé, het is weer licht, uit het vliegtuig en een stukje lopen door allemaal vreemde, smalle en brede gangen. Overal rare tekens en omroepen in een onbegrijpelijke taal. Vliegtuig in, slapen, hé, het nog steeds… eh… wat was het ook al weer? Nu is het in elk geval nacht… eh… dag. Dag. Verder slapen, uitstappen, wakker worden, zelfde wandeling door andere gangen, andere onbegrijpelijke taal en tekens, het stinkt hier wel erg naar kerosine, vliegtuig weer in.

Op Schiphol stonden een aantal geliefden ons al met open armen op te wachten, waar we – natuurlijk niet zonder eerst de statische elektriciteit uit ons haar te hebben gespoeld en ons netjes te hebben geschoren – met volle overgave indoken. Onze winterkleren zijn ook alweer uit een Wageningse kelder opgeduikeld. Nog even de schaatsen slijpen en we zijn er weer klaar voor.

Voor ons was het schrijven op deze blog een groot genot. Onzetttend bedankt voor het lezen!

zaterdag 9 oktober 2010

Een lesje in valsspelen

De laatste keer in de taxi naar Lumbia, de laatste keer je liefste onschuldige vrijwilligersblik opzetten bij de bewaker en de laatste keer je naam opschrijven in het grote gastenboek. Als afronding van de tweewekelijkse Engelse les verzorgd door Kati en Soapie (beter bekend als Tanneke en Sophie) hadden we een relatief eenvoudige les over opposites en extra lang de tijd voor ons vaste spelmoment.

De bedoeling was als volgt: meiden tegen jongens, beiden vormen een rij, de achterste in de rij krijgt een woord, die tekent dit op de rug van degene die voor hem zit deze doet dit dan bij degene die voor hem zit en uiteindelijk geeft de voorste door om welk woord het ging. De groep die het snelst is, is logischerwijs ook de winnaar. Een van de jongens kan niet schrijven, maar nadat ik hem het woord had gegeven en hij dit zo precies mogelijk had overgetekend, gaf ik pas het woord aan de meiden. Ongeveer 3 seconden hadden de mannen nodig voordat de voorste het woord gaf. Wat overigens maar een halve seconde was voordat de voorste van de meiden op stond. Dat riekte naar valsspelen. Even wat nieuwe regels: iedereen moet voor zich kijken en er mag niet gesproken worden.

Opnieuw, dog deze keer, drie doodstille seconden en hup, daar stond de voorste jongen alweer. Niemand had gezien wat er was gebeurd, maar dat er regels waren gebroken, dat was duidelijk. Soapie, besluit tussen de jongens te gaan zitten, ze zal het oneerlijke spel wel even kraken. Maar terwijl zij nog druk bezig is het volgende woord: egg uit te spellen op de rug van degene voor haar staat de voorste alweer recht om het antwoord te geven.

We hebben de jongens maar laten winnen, het was moeilijk te zeggen wie er sneller was als het eerlijk was gegaan, maar in valsspelen blonken ze in ieder geval uit. We hebben hun geheim niet kunnen kraken, maar wat wil je ook in de gevangenis van Cagayan de Oro.