donderdag 16 oktober 2014

Een goede huisvrouw

Bijna anderhalve maand zijn we nu in Mexico en al die tijd heb ik Snooch exact 1 keer een volledige maaltijd gekookt. Pasta met tomatensaus en groente. In het begin was er nog wel een excuus. We hadden geen pannen, geen borden geen bestek en geen gasfornuis. Maar ondertussen beginnen de excuses wel op te raken. We hebben nu een wok, een gewone pan en een klein pannetje. We hebben borden en zelfs een gasfornuis. Het probleem zit dieper.

Restaurants zijn hier bijzonder goedkoop. Bij een wat luxer restaurant betaal je zo’n 200 pesos voor twee personen, dat is ongeveer 11,50 euro. Bij een goedkoop restaurant ben je voor 90 pesos klaar, 5 euro. Uit eten gaan erg verleidelijk en de prijzen zin een goede reden om niet elke dag te koken. Maar nooit koken, dat is toch wel een ander verhaal.

Het is ook niet zo dat je hier helemaal niets kan kopen. Goed er zijn geen kant en klare maaltijdzakjes, maar die gebruikte ik in Nederland ook nooit. Je heb allerlei groenten en als je goed zoekt en bij verschillende winkeltjes langs gaat dan kun je ook nog best wel wat kruiden kopen.
Maar er is een obstakel. Iets zorgt ervoor dat ik mij er niet toe kan zetten om het heft in eigen handen te nemen. De vele vleesmaaltijden die ik in Nederland probeerde te vermijden aan te kant te zetten en mijn eigen lekkere vegetarische maaltijden te koken.

Wat mij dwars zit is de wens om een zelfstandige vrouw te zijn met een baan. Een vrouw die iets betekent voor de wereld. Een vrouw die werkt aan een groter doel. En hoewel ik huisvrouwen oprecht kan bewonderen om hun ijverigheid, gruw ik er bij mezelf van. De hele dag koken, boodschappen doen, poetsen, wassen, opruimen, achter babysnooch aanlopen en andere dingen doen die passen bij het beeld van de goede huisvrouw staan mij zo tegen, ik kan het niet anders zien dan als een stap naar beneden op de feministische ladder naar succes en respect.  

Al de tijd hier in Mexico hoopte ik op mijn eigen vrijheid. Nu nog even niet, maar straks zou babysnooch naar een kinderdagverblijf gaan en dan kan ik iets doen aan mijn eigen ontwikkeling. Een cursus Spaans volgens, naar Zumbales, Engelse les geven op een basisschool. Ik zag het al helemaal voor me wat ik zou gaan doen in de twee ochtenden en een dag waarop Juna weg was.
Eergisteren stortte dit beeld in. Ik bracht babysnooch weg naar een kinderdagverblijf. Een andere dan waar ik eerder over schreef. Nadat ik babysnooch een half uur hartstochtelijk heb laten huilen en roepen om mama besloot ik haar hier nooit meer heen te brengen. Het bleek mijn moederhart de breken en een eerste glimp van mijn huisvrouwenhart te voorschijn te toveren.

De consequentie hiervan is groot, ondanks mijn gevoelens van afschuw ga ik mijn leven inrichten als goede huisvrouw. Ik zal ingrediënten kopen voor een maaltijd en aan de slag gaan. Als mensen mij voortaan: 'Wat doe jij zoal?' dan zal ik het uit mijn lippen persen: ik ben huisvrouw, ik zorg voor mijn man, mijn kind en mijn huis. 

Vandaag is het overigens nog niet gelukt. Ik heb wel boodschappen gedaan om eten te kopen, maar niet uit overtuiging. Er zit een knoop in mijn maag. Koken doe ik ook nog niet vandaag, eerst nog maar een keer bij de vrouw van de huisbaas eten en wennen aan volle kastjes en een volle koelkast, daarna zien we wel weer verder.


zaterdag 27 september 2014

Maestra Clara

Hier is het kamertje waar u uw kind om acht uur kunt afleveren, de dokter zal hier controleren of er blauwe plekken of andere verwondingen zijn en indien ja, dan zal zij ze registreren. Wij beloven dat u uw kind in dezelfde staat kunt ophalen als dat u haar hier hebt afgeleverd. En om dat te garanderen krijgt u uw kind niet terug voordat de dokter weer een check heeft gedaan.

We krijgen een rondleiding door een kinderdagverblijf in Tlamanalco. Maestra Clara, die de scepter zwaait over dit instituut, praat honderduit en ondertussen groeit mijn verbazing over de verschillen in pedagogische inzichten tussen Mexico en Nederland. Van de grote gezellige 3+ groep lopen we door de kleine donkere 1+ groep naar de 2+ groep. Ondertussen vertellen wij dat babysnooch in Nederland in een zogenaamde verticale groep zat met kinderen van nul tot drie. Dat kan de maestra zich niet voorstellen: “Wat een chaos moet dat zijn!”

Het duurt niet lang voordat ik begrijp wat ze bedoelt. In de 2+ groep zitten aan één kant van de kamer een stuk of 7 kinderen op een rijtje. Ze spelen geen spelletje, ze praten niet, ze doen eigenlijk niets anders dan zitten. Ze zitten daar omdat de juf wil dat ze daar zitten. De juf ruimt namelijk de matrasjes op die op de grond lagen, waarop ze net hun middagdutje gedaan hadden. Ze moeten daar blijven zitten tot de juf klaar is, en dat doen ze ook. Geen één kindje haalt het in zijn hoofd om zijn plaats te verlaten.

“Is jullie dochter al zindelijk?” vraagt maestra Clara. Ik vertel haar dat ze nog niet zindelijk is - ze is immers nog niet eens anderhalf. “Aha. Nou, als ze hier komt zullen we haar wel zindelijk maken. Eerst mag ze een maandje wennen, daarna moet u iedere dag drie setjes kleertjes mee geven, in twee a drie maanden is ze gegarandeerd zindelijk.” 

Kan ik de eerste paar keer mee met babysnooch om samen een beetje te wennen aan het idee? “Hmm” zegt maestra Clara, “misschien dat je na een week wel een keer langs kan komen, als jullie dochter een beetje gewend is”.

De 1+ groep waar babysnooch bij zou kunnen beslaat zo’n 30 vierkante meter. In deze ruimte staan een aantal grote plastic kinderstoelen en liggen wat matrasjes. Hier worden de kinderen verschoond, spelen, eten en slapen ze. Ik vraag hoe het gaat met slapen. “Dat is eenvoudig” zegt maestra Clara, “de kinderen slapen niet allemaal tegelijk, als er een kindje moet gaan slapen wordt hij in een maxi-cosi gelegd en heen en weer gewiegd. Door het wiegen valt het kindje in slaap en dan wordt het overgelegd op het matrasje. En maak je geen zorgen, jullie kleintje zal niets overkomen, de spelende kinderen worden goed weggehouden van de slapende individuutjes.


Ik begon me flink zorgen te maken. “Gaan jullie babysnooch afleren om te duimen?” “Tja” zegt de maestra, “duimen is een slechte gewoonte”. Ze trekt er een gezicht bij alsof we het niet hebben over duimen, maar over vrouwenbesnijdenis. “Van ons mag ze gewoon duimen hoor!” probeer ik nog. “Nu ja, de eerste maanden kan zij in ieder geval gewoon even wennen en dan zien we wel weer verder.”

zondag 7 september 2014

missie matras


In de grote woonkamer is het leeg. Op een kinderfietsje na dan. Maar verder is er niets dan kale tegels en een galm als je praat.

Pooch en ik hebben sinds gisteren een huis. In één klap zijn we al onze leeftijdsgenoten voorbij gerend in het Grote Streven om zo snel mogelijk een flink huis met een tuin te kopen in een rustige buurt. Oké, ik geef toe, het is een huurhuis, maar verder voldoet het aan alle eisen. Het huis staat in een rustige buurt waar het veilig is om te spelen voor de kinderen, de vier slaapkamers maken elke denkbare gezinsuitbreiding mogelijk, er is een zolder om eindeloos veel overbodige bezittingen op te slaan, er zijn drie badkamers waarvan één met jacuzzi en er is een voor- en achtertuin.

Dat we helemaal geen spullen hebben om het huis te vullen, dat de tuin volgestort is met beton, dat het huis ver weg staat van familie en vrienden, dat ik niemand hier begrijp en dat babysnooch iedere nacht tussen 3 en 5 wil ontbijten vanwege haar jetlag, dat zijn maar bijzaken.

En bovendien, een deel van deze bijzaken is nog op te lossen ook. Vandaar onze missie: het regelen van een bed. Gelukkig hadden we daarvoor hulp van Marie. Marie mogen we volgens haar beschouwen als onze zus. Ze is deel van de familie Quiróz die wij al kenden van ons eerdere bezoek aan dit dorp, San Juan Atzacualoya. We stappen in de auto, op weg naar de Leen Bakker/Electroworld van Amecameca, een dorp verderop.

In de winkel vinden we de matrassen achter de wasmachines (voor wasjes variërend van 15 tot 35 kilo). De verkoopster, die volgens mij niet de taak had om daadwerkelijk te verkopen, vond matrassen testen voor de aankoop maar een vreemd idee. Toen we na enig aandringen toch wat matrassen getest hadden, maakten we onze keus: een matrimonial bed. Bij een computer kregen we een soort bon waarmee we naar de kassa moesten om te betalen. Vier kassa’s waren er, afgesloten met glas en voorzien van zo’n gelduitwisseldingetje om je transacties te doen.


Aan het eind van de dag hadden we ons hele bed inclusief lakens en dekens bij elkaar, het resultaat zie je op de foto. Nu snel verder met het vergaren van bezit om ons huis mee te vullen! 

zaterdag 24 mei 2014

la vida Mexicana!

Ons huis met babysnooch en Liliane
Eenmaal aangekomen in Mexico is het midden in de nacht. Het deert babysnooch niets en vanaf de rug van Snooch kijkt ze geinteresseerd om zich heen naar alle rare mensen met zwart haar die een taal spreken waar ze nog minder van kan bakken dan van het gebrabbel van haar ouders. Als ze richting de aankomsthallen lopen en in de verte Pooch zien staan kijkt babysnooch snel de andere kant op. Maar niet lang daarna spiekt ze toch even naar hem en lacht hem gelukkig toe. Als Pooch haar op wil pakken is dit toch een stapje te ver. Samen stappen ze in een taxi richting het hotel en opeens klinkt daar "papaj!" Babysnooch strekt haar vingertje uit naar Pooch. Het is doorgedrongen, papa is er echt. Ze klimt bij hem op schoot en Snooch'n'pooch zijn weer herenigd.

Pooch werkt iedere dag
Maar dat is dus twee weken geleden, wat hebben wij nou al die tijd gedaan? Meestal is het leven hier heel gewoon. Pooch werkt iedere werkdag en Snooch zorgt op deze dagen voor babysnooch. Op zo'n dag doet Snooch wat het leven van haar vraagt: tamales eten als ontbijt, boodschappen doen, de planten water geven, was naar de wasserette brengen, rondwandelen met babysnooch, etc. En als babysnooch slaapt, dan leest Snooch Atonement, Justice and Peace, een boek van Belousek met daarin een voor Snooch nieuwe visie op de betekenis van het kruis van Jezus. Of ze leert Spaans.

Als de werkdag voorbij is en babysnooch slaapt, dan kijken Snooch & Pooch Breaking Bad, misschien wel de beste serie ooit!

de regengoden overtuigen met sigaretten
En als laatste zijn er nog de uitzonderingen, dan gaan Snooch en Pooch er een dagje op uit, naar de dierentuin, of naar een ritueel om de regengoden te overtuigen dat het regenseizoen nu toch echt moet beginnen - met vals gezang, wierook, confetti, bloemen, snoep, sigaretten en heel erg veel eten. Gelukkig kregen de goden zoveel eten dat wij er daarna ook van konden genieten en dat er nog over was ook. 12 manden vol.





donderdag 17 april 2014

Literaire bureaucratie



De waarde van literatuur komt het sterkst naar voren als gebeurtenissen in je dagelijks leven er een diepere betekenis door krijgen. Als dat teveel gevraagd is, is het ook al mooi als literatuur je helpt te lachen om het leven, in plaats van je door het leven uitgelachen te voelen. Niet dat het nodig zou zijn om bijvoorbeeld om het volledig werk van Proust te lezen om het leven vol te kunnen houden. Integendeel, ik hou het tot nu toe prima uit zonder. Het kan veel simpeler. Twee concrete voorbeelden: ‘Het proces’ (1925) van Kafka en ‘Asterix en de Helden’ (1979). 

De hoofdpersoon van Het Proces komt onverwachts in aanraking met een bizarre para-juridische ‘bovenwereld’, die kantoor houdt op vrijwel alle zolders in de stad. Slecht onderhouden houten kantoren zijn het, vaak te laag om rechtop te lopen en altijd zeer slecht geventileerd. Deze burelen, waar de ‘processen’ gaande worden gehouden, zitten vol angstig of lethargisch wachtende mensen, bijeengepropt op houten bankjes in de benauwde gangen. Overal stapels papieren en boeken die al dan niet iets met de processen te maken lijken te hebben. Van de aanwezigen is ook al niet altijd even duidelijk te zeggen wat hun rol is: zijn ze verdachten, rechters, hulpjes? En maakt het wat uit?

Het bezoeken van de kantoren van de Mexicaanse overheid is zo’n enerverende bezigheid dat de literaire associaties nooit ver weg zijn. Een tijdje terug bezocht ik een aantal kleine kantoren van de federale overheid en van de staat Mexico. Het waren kantoren zonder verdieping, een soort bungalows als het ware, samen op één compound gebouwd. Ik liep het terrein op en zag in de verte een bord van van één van de organisaties waarmee ik wilde spreken. Ik liep langs dat bord, een kleiner poortje door. Niets duidde op een receptie of zelfs maar een bewakershokje. Op goed geluk liep ik ergens naar binnen: ‘pardon meneer, hier geven we onderwijs, u moet verderop zijn.’ O.

Verderop aangekomen tref ik het volgende aan. Een kamer met achterin een deur, die vermoedelijk naar een volgende kamer leidde. In de kamer twee bureaus en drie banken langs de muur. Achter één bureau zit iemand te werken, drie anderen zitten op de banken rustig met elkaar te keuvelen. Die zitten te wachten tot ze aan de beurt zijn, dacht ik. Later blijkt dat ze daar allemaal werkten (hoewel hier bij het stellen van de vraag ‘waar werk je’ de nadruk wel sterk op ‘waar’ gelegd moet worden).

Vergelijkbare situaties trof ik aan bij de andere kantoortjes. Een kamer waarin drie bureaus en één vrouw achter een computer (aan het werk?). Een deur door: een kamer met drie bureaus, waarvan één volkomen leeg. De vrouw achter het lege bureau lakt haar nagels. De computer op één van de twee overige bureaus wordt gebruikt door één van de andere vrouwen om te facebooken. Een kantoor verderop: een grote ruimte met verschillende bureaus langs de muren, waarvan de helft leeg. In het midden een zeer grote tafel, waaraan een man die ostentatief de krant leest. Na het aanspreken van de secretaresse wordt me duidelijk dat ik toch echt deze man moet hebben, die is belangrijk. Te belangrijk om te werken blijkbaar.

In Asterix en de Helden moeten Asterix en Obelix een reeks opdrachten vervullen, waaronder de volgende: ‘haal formulier vrijgeleide A-38’. Dit moeten ze aanvragen in een gebouw met vele verdiepingen, vleugels en loketten. Iedereen op straat in de buurt van het gebouw is volkomen doorgeslagen en gek geworden – naar later blijkt als resultaat van de kastje-naar-de-muur technieken die in het gebouw worden gehanteerd. Uiteindelijk krijgen Asterix en Obelix de bureaucraten zo gek om het formulier te overhandigen, door ze te vragen naar formulieren en procudures die helemaal niet bestaan en zo de ambtenaren zelf tot waanzin te drijven. Omdat het hier een strip betreft zal ik mijn route door het hoofdkantoor van de Nationale Watercomissie ook grafisch weergeven.

Naschrift: de gegevens die ik nodig had waren niet aanwezig op het hoofdkantoor. Daarvoor moest ik toch echt op het regiokantoor aan de andere kant van de stad zijn.



zaterdag 12 april 2014

De kleur van het water


Alles is blauw. Mijn aandeel in de Mexicaanse consumptiemaatschappij wordt strak afgescheiden door beurtbalkjes. In deze enorme supermarkt doet het er niet toe waar je bent. Het zou Madrid kunnen zijn, Buenos Aires of Mexico-stad. Of – als je het Spaanse aanbiedingsborden wegdenkt – Luik, Paris (Frankrijk, Texas of Kentucky), Purmerend misschien? Maar waarom zijn mijn boodschappen zo blauw? Een verklaring vanuit het onderbewuste: ik denk de afgelopen dagen veel na over water, en dat is blauw, niet waar?

Water is het tegenovergestelde van een supermarkt. Voor water is niets belangrijker dan de waar-vraag. Waar is het water? Waar wordt het gebruikt en door wie? De interviews en gesprekken die ik de afgelopen dagen had, hebben me spannende verhalen over water opgeleverd. Conflicten over het water dat precies deze mensen in de supermarkt willen gebruiken – zonder zich er van bewust te zijn waar dat water vandaan komt. 

Het is 1972. De hoge heren uit Mexico-stad hebben een prachtig idee om de dorst van de stad te lessen. De twee vulkanen ten zuidoosten van de stad, daar heb je gletsjers en veel regen, daar zouden ze veel water vandaan kunnen halen. Ze brengen het goede nieuws aan de boeren die in de dorpen aan de voet van de vulkanen wonen: ze zullen een hele rij putten slaan, het water naar de stad brengen en zuiveren – en uiteraard een deel van dat gezuiverde water terug brengen naar de dorpjes in de heuvels. En ze zullen ook nog een school bouwen. En allemaal andere prachtige dingen doen voor de lokale bevolking.

Don José Reynoso is één van die boeren. Sceptisch over de plannen informeert hij bij de andere boeren wat ze ervan denken. Die zijn er ook niet van gediend. In elk dorp wordt een comité ingesteld die de bewoners verenigd om het water te verdedigen: mensen hebben hun eigen, kleine waterputten en zien het al gebeuren dat die droog komen te staan als al het water naar Mexico-stad wordt afgevoerd. Op de dag dat de gouverneur de plannen uit de doeken komt doen in het belangrijkste dorp in het gebied, komen er meer dan 10.000 mannen en vrouwen bij elkaar op het centrale plein om te demonsteren. Hun antwoord aan de gouverneur: als u denkt dat u ons water kunt afnemen, weet dan wel: het zal water met bloed zal zijn. Over ons lijk! En ze kregen hun zin – het plan werd afgeblazen.


Ruim veertig jaar later is Don José nog geen greintje van zijn strijdbaarheid verloren. Op de vergadering van de Commissie voor Waterbeheer staat hij op. Steunend op zijn wandelstok houdt hij een vurig betoog: ooit wilde de overheid ons het water afnemen – nu willen ze het verkopen aan grote bedrijven. ¡Pero el agua no se vende! Water is niet te koop! Sinds de jaren ’70 zijn de problemen met water er nog niet minder op geworden. Sowieso blijkt het een illusie dat water blauw zou zijn, zelfs niet doorzichtig. Behalve het water in de flessen van de waterhandelaar – of die in de supermarkt. En de conflicten gaan door. Maar daarover later meer.

maandag 31 maart 2014

40-dagentijd

Voor de overgrote meerderheid van de protestantse en katholieke christenen is op 5 maart de 40-dagentijd ingegaan. In deze periode van bewustwording vasten christenen van voedsel, alcohol, nieuws, facebook of andere zaken die hen normaal gesproken afleiden van hun spirituele leven. Het doel is meer tijd voor gebed en meer tijd om stil te staan bij het lijden van Jezus Christus. En na deze periode begint het Paasfeest. Het feest dat Jezus is opgestaan uit de dood. Een feest van vrijheid en van nieuw leven.

Maar zo niet voor mij, voor mij ging vandaag op 31 maart de 40 dagentijd in. 40 dagen lang laat ik Pooch achter in de wereld van Bumba in the far West. Een wereld waar alle wezens plat zijn en waar alles goed is. Een wereld die maar een uur per dag beschikbaar is. 40 dagen lang sta ik stil bij het leven van single mothers. En deze periode mond uit in een vliegreis. Een vliegreis waarvan de eindbestemming ons weer samen zal brengen in een ver oord. Een oord waar de snooch en pooch blog weer leven ingeblazen kan worden.

Arie B. als je nog tips hebt, ik hoor het graag.
 een verse groet, Snooch