donderdag 11 december 2008

Fruits of Idleness


En nog maar even verder op het thema 'corruptie'.

"Geacht afgeragd flutland. Als u er alles aan doet om corruptie tegen te gaan, krijgt u van ons een gunstige lening van 3 miljard dollar."
"Ja meneer de Wereldbank. Maar wat is dat dan precies, corruptie?"
"Houdt je maar niet van den domme, flutland. Je weet donders goed wat dat is. Een bepaald beleid voeren alleen omdat je er zelf geld voor krijgt."

maandag 8 december 2008

Inmiddels al weer twee dagen in het tropisch zwemparadijs van mijn broer (zie foto) en schoonzus, kan ik wel weer wat tijd vrijmaken om een kleine anekdote het web op te katapulteren. De reis van La Paz, Bolivia, naar hier was namelijk behoorlijk... uitdagend.

Om te voorkomen dat ik in Peru aan zou komen met te veel Boliviaans geld, had ik het allemaal precies uitgekiend en ongeveer 25 Bs. overgehouden voor kleinigheden. In de buurt van de grens kwam de douane de bus in, de paspoorten controleren. De ambtenaar zag in mijn paspoort dat ik 99 dagen in Bolivia was geweest, 9 dagen te lang dus. Hij waarschuwde me dat ik dat de volgende keer niet meer moest doen. "Nee meneer, het spijt me." Daar was ik mooi vanaf gekomen.

Een uurtje later kwamen we bij de grens: een rivier door een klein dorpje, met aan weerskanten van de brug een grenskantoortje. De bus reed tot de grens, die we op eigen gelegenheid moesten oversteken. Aan de Peru-kant van de brug stond een bus voor ons klaar die ons verder mee zou nemen. Ik bereidde me voor op een lang en geduldig gesprek met de douane en uiteindelijk een coulant ik-zie-het-door-de-vingers gebaar. Maar het werd wel iets langer dan ik wilde. Ik werd dan ook wat ongeduldiger dan ik wilde: aan de overkant van het water stond een bus op me te wachten, met al mijn bagage. Maar wie weet hoe lang? En de douane had nog een extra probleem ontdekt: de stempel voor 90 dagen stond een centimeter naast het ingangsstempeltje, in plaats van er op. Bovendien was het volgens hem niet het goede stempeltje. Oftewel, alleen mijn 30-dagenstempeltje was geldig, en dat betekende een boete van 990 Bs. 965 Bs. meer dan ik had dus. En het geschiedde dat de ambtenaar zijn hart verhardde, dus ik ging maar naar buiten om te pinnen.

Om te pinnen? Dit dorp had helemaal geen pinautomaat! De dichtsbijzijnde pinautomaat was in La Paz, waar ik net vandaan kwam. En geld voor een busticket naar La Paz had ik ook niet meer. En ik moest de volgende dag een vlucht hebben, vanuit Cusco. En er ging vanuit La Paz naar Cusco maar één bus per dag, de bus waarmee ik was gekomen. Mijn aangeleerde engelengeduld werd schijtende paniek. Ik legde mijn probleem uit aan de ambtenaren, die deden wat ze hadden geleerd in 'Hoofdstuk 3: Wat Te Doen In Onbekende Situaties'. "Wacht maar, we helpen je zo". Dus ik wachten. En wachten. Terwijl mijn bus, met mijn bagage, elk moment zou kunnen vertrekken. Toen ik dat vertelde schenen ze wel een soort ernst in de situatie te ontdekken. Er werd wat heen en weer gebeld en overlegd en uiteindelijk besloot men dat de stempel van 90 dagen toch wel echt was. MAAR. Dan was ik alsnog 9 dagen te laat. En dat betekende 125 Bs. boete. Nu had ik dus nog 100 Bs. tekort. En dus eigenlijk precies hetzelfde probleem.

Ik vroeg of er misschien in Peru een pinautomaat was. Die was er wel, volgens de ambtenaren. Maar zij hadden mijn paspoort, dus ik kon de grens natuurlijk niet over. Dacht ik. Maar dat bleek dan weer helemaal geen probleem. Dus ik rende Bolivia uit, en het land in waar ik mijn pingeluk zou beproeven. Ook nergens een pinautomaat te bekennen. Maar gelukkig was mijn bus er nog wel. Iemand uit de bus was wel bereid me 100 Bs. te lenen, waarmee ik mijn paspoort weer terug kon kopen in Bolivia. De buschauffeur vond het ondertussen wel mooi geweest. Mijn belofte dat ik binnen vijf minuten terug zou zijn wilde hij niet accepteren, in een onverklaarbare aanval van stiptheid. Bij het kantoortje van de busmaatschappij waren ze coulanter; ze zouden de buschauffeur instrueren te wachten. Hijgend stond ik even later weer voor de Boliviaanse douaneambtenaren, die dit een prachtige gelegenheid vonden om de Eerste Wet van de Zuid-Amerikaanse Ambtenaar te laten zien: Macht is Traagheid. Als een ware athleet stormde ik uiteindelijk het land weer uit, om aan de overkant van de brug de bus midden in een wegrij-manouvre te zien. Als ik op dat moment toevallig in een vol stadion was geweest, had ik ongetwijfeld een record gebroken. 250 Meter sprint met rugzak.

Tien minuten later werd mijn gehijg wat rustiger en trok er langzaam een glimlach over mijn bezwete gezicht. Ik zat in een redelijk comfortabele bus, rechts naast mij trok het prachtige Titicaca-meer aan me voorbij en nu had ik alle tijd om daar rustig van te genieten. Heerlijk. Niks aan de hand. Pom. Pom piedom. Pom piedom piedom. AAAH! MIJN VISUM! Ik was vergeten langs het Peruaanse kantoortje te gaan voor mijn ingangsstempeltje! Geen mens is illegaal? Ik dus mooi wel.

Om acht uur 's ochtends stond ik bij het migratiekantoortje van Cusco. In alle eerlijkheid legde ik mijn probleem uit en werd meteen het 'snelle circuit' ingeloosd. In een kantoortje op de eerste verdieping moest ik mijn verhaal nog eens helemaal uitleggen.
-"Dat is inderdaad wel een groot probleem, ja. Wat moeten we daar nu mee aan? Je moet altijd een stempel halen als je een land binnenkomt, jongeman, dit is goed mis."
-"Maar heeft u hier niet zo'n stempel dan?"
-"Nee, die hebben ze alleen bij de grens. Maar ik heb wel een idee. Mijn collega hiernaast werkt twee dagen in de week op het vliegveld, die heeft wel zo'n stempel. Maar dat is natuurlijk een hele speciale service, dat begrijp je wel. Dat gaat je geld kosten, dat kost eh... dertig dollar."
Hoe los je een illegaal probleem op? Met een illegale oplossing dus.

woensdag 3 december 2008

Occulte precipitatie

Tussen alle busreizen en bezoekjes aan NGO's zag ik even de mogelijkheid om een dagje weer 100% tourist te zijn. Met een nonchalance die op een Hong Kongse blog niet zou misstaan boekte ik om half acht 's avonds een potentieel dodelijke mountainbiketocht voor de dag erna. De weg waar de gidsen ons overheen voerde staat bekend als de Death Road of de Gevaarlijkste Weg ter Wereld. Als je op YouTube naar Death Road Bolivia zoekt, zul je begrijpen waarom. Sinds twee jaar is het gelukkig een stuk minder gevaarlijk; er is namelijk een nieuwe weg geopend, waar nu al het verkeer overheen gaat. De weg is dus volledig vrij voor mountainbikers.

Het was zoals het hoort. Een gids met gebrekkig Engels, een Ier met een verschrikkelijke kater en een groep giebelende Japanners die niet kunnen fietsen. Voor wie ongeveer alle landschappen van Bolivia wil zien, maar er slechts een dag voor uit wil trekken, is de Death Road de ideale tocht. Je wordt eerst met een busje naar 4700 m. gereden, waar je in de bittere kou en omringt door sneeuw en kale rotsen je handschoentjes aantrekt en je helm vastgespt. Dan stort je jezelf over de onverharde wegen naar beneden.




Na een tijdje ben je gedaald tot in de wolken waar je eerst bovenop keek. Rechts naast je een enorm steile rotswand, wild begroeit met varens, orchideeën en ander ongedierte. Links naast je zie je niks, alleen een grote witte massa. Het zou geruststellend kunnen werken als je wist wat het was wat je daar niet zag, ware het niet dat het net zo'n steile rotswand was als beneden. In de wolken als ik was op mijn 'vrije dag', leerde ik onverhoopt toch weer wat: van precipitatie wordt je nat, occult of niet. Aan het eind van de middag zit je dan aan de rand van een zwembad je piña colada uit een cocosnoot te sappen terwijl je uitkijkt op de bananenbomen, de blootvoetige kindertjes en de houten huisjes met hun rieten daken. Een herinnering en voorproefje op de Peruaanse selva!