zaterdag 21 augustus 2010

Gastcolumn Piet en Anneke de Blaeij: Never a dull moment

Het is vandaag een week geleden dat we vanuit Manilla op het vliegveld van Cagayan de Oro (CDO) aankwamen. Best een spannend moment. Hoe zou het zijn met onze beminden, Snooch en Pooch? In de aankomsthal van het bloedhete vliegveld wacht ons een kleine schok: Snooch noch Pooch te zien. Effe belle dan maar. En dan ineens dat sms’je: zijn jullie geland? Wij typten zo snel mogelijk met onze te grote handen op het te kleine toetsenborde ‘ja’ in en drukten na enig gezoek op de knop ‘verzenden’. Praktisch onmiddellijk volgde het antwoord. "We staan voor de aankomsthal op jullie te wachten". Wij hebben zo snel mogelijk onze bagage bijeen gegrist en snelden langs een aantal dames en heren in groene uniformen, voorzien van veel te grote automatische geweren voor zulke kleine lieve mensen, en ja hoor, daar stonden ze. Snooch vloog haar moeder in de armen, even later gevolgd door Pooch, en pa Piet legde alles vast op het kaartje van het HP-cameraatje.

Ook Manong Nannie, die we kenden uit de digitale overlevering, was aanwezig. Geweldig om ook hem te ontmoeten. Hij reed de 4WD van ICRAF. Eerst gingen we nog even de stad in om Susan en Bony op te halen. Daarna kregen we een schitterende sightseeing in en om CDO aangeboden. ’s Avonds gingen we met z’n allen naar Claveria, maakten we kennis met ons woonhuis voor de komende dagen, en de dag werd culinair besloten in restaurant Mars, een uiterst romantisch plekje boven een garage (dat moet zijn 'tankstation', red.).

Intussen zijn we alweer een week verder. Elke dag op zich was overweldigend. Een greep uit veel meer: wandelen door een dorp waar je als lange witte mensen een ongelooflijke bezienswaardigheid bent, habal habal meerijden op motor met chauffeur, een welkomstparty van jewelste meemaken, evenals een verjaardagsfeest bij Claverianen. Rondkijken op Pooch’s werkplek en op de campus van Moscat, een bezoek aan Sir Jun’s proefstation, inclusief fruitlunch waarvoor de verse cocosnoten door een ‘boy’ van 40 jaar bovenuit een boom werden gehaald, een bezoek aan Gugma House waar Snooch vrijwilligerswerk doet, waarvan mevrouw Minda zegt, met enige oosterse overdrijving, dat ze God elke dag dankt voor ‘Cathy’s pastoral and educational gifts’. Waarna het goed is om tijdens een stevige raft in de Cagayan River al het teveel even af te wassen.

Vandaag zijn we voor tweede dag op Camiguin. De Hibok Hibok gezien, achterop de huurmotor rondgecrosst: ma An achterop bij Snooch en ik bij Pooch. Het is lang geleden dat we onze armen om zulke ranke lendenen geslagen hebben. Kortom: fantastisch hier. En dat terwijl al die vragen over rijkdom en armoede, vrijheid en onderdrukking, recht en onrecht, voortdurend als colonnes miertjes door je gedachten en gesprekken kruipen. Kortom: never a dull moment.

zaterdag 14 augustus 2010

Rijst

Op de Filippijnen is het verschil tussen eten en snacken heel eenvoudig: eten is mét rijst, snacken zonder. Ter illustratie: mijn supervisor vertelde over zijn tijd als PhD-student in Duitsland dat zijn huisgenoten aan het begin zo vreemd opkeken als hij drie keer per dag in de keuken stond om eten te maken. Na een paar weken paste hij zich maar aan de Duitse gewoontes aan: “Toen at ik net als de Duitsers nog maar één maaltijd per dag.”

Vanavond gingen we naar Mars, en daar is het al net zo. Het restaurant Mars, niet de planeet, voor de duidelijkheid. Het enige restaurant in Claveria met een menukaart, waar we inmiddels stamgasten zijn. Voor het eten hadden Snooch en ik nog een bak cornflakes en een chocolademuffin gegeten en toen we weg wilden gaan trakteerde Susan—onze beschermengel tevens secretaresse bij ICRAF—ons op de koning van het fruit, de durian*. Ik was dus al vrij vol toen we bij Mars aankwamen en ik had wel genoeg aan een soepje en een broodje kip.

Het meisje achter de bar bij Mars was waarschijnlijk al langere tijd bezorgd over mijn gezondheid. In een land van overvloed, zoals Nederland, is dun zijn slechts een wens, maar in een land waar armoede heel gewoon is, is het een teken van ziekte en ellende. En nu kwam die magere buitenlander hier ook nog eens alleen maar soep en brood eten! Toen Snooch naar haar toekwam om af te rekenen, kon ze haar bezorgdheid niet langer onderdrukken: “Maar… hoeft hij dan niet te eten?”

* “The durian is definitely an acquired taste. During its acquisition you might lose your interest in acquiring it.” –Lonely Planet

(“Voor je durian lekker vind, moet je echt wel even wennen. Het is niet ondenkbaar dat je terwijl je eraan probeert te wennen, je geen behoefte meer hebt het nog lekker te gaan vinden.”)

donderdag 5 augustus 2010

Hond

In Claveria heeft bijna iedereen wel iets te koop: het fruit dat ze net geoogst hebben, zoete aardappelen, sperziebonen, zelfgemaakte sieraden of pindakaas. Vaak zijn die spullen net iets goedkoper dan op de markt, een kilo watermeloen bijvoorbeeld kost je dan niet de volle 17 eurocent, maar slechts 12. Thelma, die niet alleen mijn onderzoeksassistent is maar ook doorgewinterde huisvrouw, laat zulke kansen natuurlijk nooit schieten. Het gebeurt ook vaak dat we dingen gratis meekrijgen, meestal groente of fruit of iets anders eetbaars. Een paar dagen terug kregen we iets ongebruikelijks aangeboden: een puppy. Ik beschouwde het als een grap, maar Thelma zag er wel wat in. Er werd een oude kunstmestzak gehaald waar een hoekje uit werd geknipt, waar de pup precies met zijn kopje doorheen stak. Thelma legde de zak met het bovenste stuk over het zadel van haar motor, waar zij dan weer op ging zitten en zo kon het kleine hondje mooi mee naar huis. Vanochtend vroeg ik haar er nog eens naar.

Hoe gaat het eigenlijk met je puppy?
Mijn man vond het maar niks dat ik ineens een hond mee naar huis had genomen. Hij zei dat hij hem zou verdrinken.
Ai.
Omdat het zo’n scharminkel is.
En, heeft hij dat al gedaan?
Nog niet, ik geef het hondje nu elke de melk die mijn kleindochter over laat. Na drie dagen zag hij er al veel beter uit. Nog niet echt dik, maar wel veel gezonder.
Heb je wel eens vaker een hond gehad?
Heel vaak, maar ze worden meestal opgegeten.
Opgegeten?
Ja, door de buren.
De buren eten hond?
Alleen sommige van onze buren, hoor.
Dat is een hele geruststelling.
Nick zei, als het hondje een pup is, is hij van ons, maar je zult zien dat als hij groot is, dan is hij ineens van de buren… Vorig jaar december was onze hond ineens weg.
Rond kerstmis?
Haha, ja, in de buurt van kerst. En onze andere hond… toen een van de kinderen van onze buren was geslaagd hadden ze een barbecue. Nick zei tegen mij, hé, bij de buren zijn ze hond aan het grillen. Daarna heb ik onze hond nooit meer ergens terug gezien!

dinsdag 3 augustus 2010

"en dan nu allemaal lachen..."

In de gevangenis zaten de afgelopen keer drie nieuwelingen. Drie jongens dit keer. John John, Mohammed en Mark. Hun zaken waren respectievelijk diefstal, verkoop van Rugby (lijm die de kinderen snuiven omdat het je hongergevoel wegneemt en ze doet hallicuneren) en moord. In totaal zitten er meestal ongeveer 14 jongeren tussen de 16 en de 18 jaar in de gevangenis. Er zijn iets meer meiden dan jongens, de meeste jongeren zitten er vanwege diefstal, maar er zitten er ook vanwege het veelvuldig gebruik van Rugby. Eén zit er vanwege verkrachting en nu dus één vanwege moord. De kortste straf is zes maanden, de langste twee jaar.

Iedere twee weken bezoek ik deze jongeren en geef ze Engelse les. Tenminste, dat probeer ik, maar eenvoudig is dat niet. Het niveau van de jongeren ligt nog al uiteen: een aantal meiden heeft middelbare schoolniveau, terwijl anderen geen woord Engels kunnen. Er is zelfs één gast die niet kan lezen of schrijven. Maar goed, ik probeer het en ik ben daar niet alleen. Maibelle, de sociaal werker van Gugma, kan voor mij vertalen.

Afgelopen keer ging de les over familierelaties. Nadat ik met behulp van een stamboom alle familieverbanden had uitgelegd mochten ze zelf de stamboom tekenen van hun eigen familie. Zodra die af zou zijn, zouden ze hem voor iedereen moeten presenteren. De stamboom tekenen was één groot feest, de een had een familie van drie, alleen een vader en een oma ofzo en de ander had een familie van dertig en daar waren de aangetrouwden en hun kinderen nog niet bijgetekend. De jongeren met kleine families hadden geluk waren snel klaar, zij konden mooi degenen helpen die het allemaal een beetje te ingewikkeld vonden. Uiteindelijk was het gelukt en waren er 14 stambomen die er min of meer leesbaar uitzagen. Toen kwam het presenteermoment. Eerst een middelbare schoolmeisje met een familie van 30 die ze in sneltreinvaart allemaal wist op te noemen. Daarna werd het moeilijker, maar met een beetje overredingskracht waren er nog wel een aantal naar voren te krijgen. Maar Mark en Jhonel (zaak: moord en verkachting), die wisten zich goed afzijdig te houden. Ze waren te verlegen.

Na de presentaties kwam de bewaker zeggen dat het nu afgelopen moest zijn. Nog snel één spelletje dan. “Ga maar allemaal in een kring staan. Gooi je armen los! Swing met je heupen! Draai met je benen! En wiebel met je hoofd!” Veel gegiebel,en iedereen deed mee. “En dan nu allemaal lachen...”
Langzaam kwam er wat gelach op gang en toen was het alweer afgelopen. Tot over twee weken!