donderdag 16 oktober 2008

Het veld in

Ik word wakker in alojamiento Santa Rosa, een simpel maar schoon hotelletje in Culpina. Ik ga uit bed, douche me niet aangezien die er niet is - je betaalt hier dan ook slechts €1,50 per nacht - en ga naar het pleintje, op zoek naar Ronald de Motorheld. Culpina is een klein dorpje op twee uur van Camargo, en 'hoofddorp' van een de gemeentes waar ik mijn onderzoek doe. De bedoeling is dat ik hier een stuk of tien boeren interview die irrigatie hebben, en een stuk of tien die dat niet hebben.

Het wachten op Ronald, die de Boliviaanse versie van 'stipt' hanteert, geeft mij de gelegenheid om het kleine dorpje te zien ontwaken. De vrouwen die van het platteland komen om hun waren te verkopen, zien er allemaal ongeveer hetzelfde uit. Twee lange zwarte vlechten die onder een hoedje uit komen dat op een gala niet zou misstaan, mits niet al twintig jaar gedragen. Aan de andere kant van de vlechten een door de zon verweerd gezicht met weinig tanden. Daar onder een blousje van een goedkoop soort kant en een gebreid vest, tegen de ochtendkou. Ze dragen allemaal een grauwgroen of grauwrood rokje tot de knieën en de koukleumen hebben daaronder nog wollen kousen, ook tot de knieën. Hun uit elkaar vallende sandalen laten uitgebreid alle kloven in de voetzolen, vergroeide tenen en verkalkte nagels zien. Hun handelswaar hebben ze op hun rug, in een kleurige Andes-draagdoek. Ze spreiden hun doeken uit op de grond, gaan erbij zitten en hopen op een goede verkoopdag.

Als ik mijn weg baan naar een van hen om wat bananen te kopen, wordt ik bijna omvergelopen door een koe. Preciezer, door twee delen van een koe. Het ene deel hangt over de schouder van de slager, die in zijn hand het andere deel van de koe heeft, een bovenlip. De rest van de kop zit weer aan die bovenlip, zodat de koeientanden mij in mijn halfslapende toestand vervaarlijk aangrijnzen. Een beetje verdwaasd kijk ik om me heen. Waar komt die koe vandaan? Wat schetst mijn verdwazing: uit de achterbak van een station wagon. Ik hoop van harte dat ik vanavond niet in diezelfde achterbak zit naar Camargo. Zelfs niet in één stuk.

Ronald de Motorheld heeft vandaag ook een helm voor mij, zodat ik wat minder voor mijn leven hoef te vrezen dan gisteren. Ik vouw mijn benen zo op dat ik achterop pas, en hoop dat mijn voeten niet al te vaak van de bouten af zullen trillen waar ze op rusten. Voetsteunen heeft de motor niet. Na een kwartier door het Boliviaanse platteland geknalt te hebben, vertelt een boer ons dat de vergadering, waar ik wat boeren wilde interviewen, al voorbij is. Mij maakt het niet zo veel uit, deze beste man lijkt me ook een prima slachtoffer. Hij wil wel meewerken, als het niet al te lang duurt. Wat mij betreft hoeft dat inderdaad niet.

Ik begin te twijfelen na de eerste vraag. "¿Cuántos años tiene Ud.?"
-"Hmm... eens even denken... als ik het me goed herinner moet het in 1932 zijn geweest... Dus dat is dan ehm... 76 jaar."
Dat gaat dan het hele interview zo door. "Hoeveel zakken aardappelen heeft u ongeveer geoogst in het afgelopen jaar?"
-"Tja, no muuuuuucho. Pues, de afgelopen jaren gaat het niet zo best me de aardappelen. Weinig regen, veel te weinig regen. En we hebben wel een irrigatiesysteem, maar.."
-"Maar hoeveel zakken ongeveer? Een schatting"
-"Een stuk minder dan vorig jaar. Ik weet het niet precies, de verdad"
Om wanhopig van te worden. "¿Más o menos?"

Uiteindelijk krijg ik alle vakjes ingevuld en kan ik weer terug naar Culpina. Inmiddels heb ik al 8 interviews gedaan, mijn supervisor is met veertig tevreden. Dat is al 20%!

4 opmerkingen:

Jan Ubbo zei

hey Slenny,
Leuk verhaal en supergoed geschreven! Ik wil je wel een idee' tje aan de hand doen om "¿Más o menos?" te beantwoorden. Check de UN Tradecom exportcijfers van Bolivia van belangrijke gewassen. Een koppeling met regen is snel gemaakt met neerslagcijfers.
gr. van een pragmatische busin. anal. in opl. uit HK

Rick Timmermans zei

Ha Lenny,

Mooie beschrijving van een opstartend stadje. Mooie reactie ook van JU - ik begin steeds meer geloven in JU de wereldreddende econoom, 'voor alles een oplossing'. Succes met de overige 80%!

ps. over het algemeen schrijf je ik word zonder t;), en uit komen schrijven we in Nederland als uitkomen (lastige theorie die van de samenstelling, de meest gemaakte fout die ik bij ons in de ruwe stukken signaleer). Zie het maar als opbouwende kritiek.

Pooch zei

Hey Rick,

Wat een ellende dat jij dat hebt gezien, van ´Ik wordt´. Ik leest namelijk altijd mijn blogberichtjes nog een keer door als ik ze gepost heb, om dat soort foutjes er uit te halen. Toen ik gelijk in het tweede woord zo´n gigantische fout zagt, wildte ik hem er natuurlijk gelijk uithalen. Maar toen deed mijn blogger het niet meer... Dus toen heeft het er een hele dag zo op gestaan! Ik maar hopen dat geen enkele leraar Nederlands of NT2 of muggenziftende geschiedenisstudent het zou zien... Was ik natuurlijk de journalisten vergeten.

Anoniem zei

Ha,

Lang leve de journalisten. Als we dan toch aan 't muggenziften zijn: geknalt is voltooid deelwoord en aangezien de l noch in 't kofschip of het fokschaap voorkomt schrijf je het met een d. En stationwagon mag om dezelfde complexe redenen die Rick omschreef aan elkaar.

Maar zoals ik van onze brave helden in Den Haag leer, laat ik het over de inhoud hebben. Leuk om te lezen. Motorhelden, slaperige stadjes, eenheidsworstigachtige vrouwtjes en moordlustige locals, klinkt bijna als het mexico in de boeken van Cormac McCarthy, al is dit natuurlijk zuidelijker.
Succes daaro, geniet er nog maar even van. Zometeen zit je weer in NL waar de grijze sluiers van het wolkendek zorgvuldig de vrolijkheid uit de lucht halen. Vive le herfst :)